Historie Erica-Fort
Twee van onze ex-bestuursleden, Peter de Bruijn en de heer de Vrankrijker, hebben de moeite genomen om in de historie van het Erica Fort en de nabije sluis te duiken. Beide artikelen leveren interessante informatie op over onze unieke locatie.
De Victorygroep en het Fort Karnemelksloot
(door Dr. A.C.J. de Vrankrijker)
Voorwoord
Gedurende de afgelopen 70 jaar heeft de Erica vele troephuizen gehad. Op dit moment heeft de Erica twee clubhuizen in gebruik. Het ene is gelegen aan de 's Gravelandseweg en is vanouds ons eigen clubhuis dat speciaal voor ons is gebouwd in de zestiger jaren. Hiervoor zijn toendertijd diverse financiële akties gehouden om dit gebouw te bekostigen. Het andere clubhuis, het fort aan de Karnemelksloot, hebben wij geërfd van de Victorygroep. Daar dit fort van historische betekenis is hebben wij Dr. A.C.J. de Vrankrijker, ais voormalig bestuurslid van de Erica- en de Victorygroep verzocht iets te schrijven over het Ericafort en de Victorygroep die voor ons gebruik heeft gemaakt van het fort.
De Victorygroep en het Fort Karnemelksloot
De Victory werd opgericht l4 februari 1946 als N.V.P. groepen is voorgekomen uit een Lutheranengroep die in 1940 al bestond. Zij werd ondergebracht in het fort aan de oostzijde van de Karnemelksloot. In het andere werkte de monseigneur Hamer groep. Wij stellen nu de vragen: waartoe zijn deze forten gebouwd en wanneer? Daarna komen we aan de relatie tussen Victory en Erica.
Naarden is op de huidige plek gesticht in 1350, en wel na de verwoesting van het twee kilometer oostelijk gelegen Oud-Naarden. De stad is bewust op die plek gebouwd op aanwijzing van de graaf van Holland. Hier lag namelijk tussen Naardermeer en Zuiderzee een uitloper van de Gooise hogere grond. Een vijand die naar Amsterdam wilde optrekken kon hier met droge voeten passeren. De graaf had de bedoeling de doorgang door het stichten van een versterkte stad af te grendelen.
De middeleeuwse stad Naarden kreeg een eenvoudige ommuring. Een Spaans leger drong er op de bekende wraaktocht door Holland op 1 december 1572 binnen, vermoorde een deel van de bevolking en verwoeste huizen en poorten. Daarna is er een toen moderne omwalling gebouwd naar oud-Nederlands model. Deze voldeed op den duur niet aan de eisen des tijds. De bastions waren te klein om voldoende geschut te kunnen opstellen. Acuut werden de gebreken, toen in het rampjaar 1672 de Fransen ons land binnendrongen. Zij hebben Naarden bezet en enige verbeteringen aangebracht. Terstond na de bevrijding is men begonnen aan het ontwerpen en de bouw van een modernere vesting, met dubbele omwalling. Toen ontstond de nog bestaande ster, met zes forse bastions.
Om de verdediging nog beter te maken werd besloten de omgevende grond af te graven tot een niveau dat het mogelijk maakte het terrein in tijd van nood onder water te zetten. De eerste resolutie van de Staten van Holland daaromtrent is genomen op 4 mei 1674. Nadien werd er regelmatig gewerkt aan dit sluitwerk van de Hollandse waterlinie. Het water zou toestromen via de Vecht en de Muider-trekvaart. Inundatie was gewenst tot 18 Rijnlandse duimen of 47 centimeter boven normaal zomerpeil. Het af te voeren zand werd verkocht voor aanleg van wegen en dijken. De afgraving vorderde traag en verliep onregelmatig. Niet alles was even geschikt voor gestelde doeleinden. Alle werken werden namelijk overgelaten aan particulieren die er aan wilden verdienen en aan plekken met de gewenste korrelgrootte de voorkeur gaven. Bovendien wisten vele tuinders in de omgeving te voorkomen dat hun landje werd verlaagd. Men realiseerde zich de onvolkomenheden toen tijdens de Oostenrijkse successie oorlog Franse troepen ons land binnendrongen, en wel in Zeeuws Vlaanderen en Brabant. Dit gebeurde in 1747. Er werd besloten tot een proefinundatie. Deze is pas in april 1748 uitgevoerd. Het bleek toen nodig een kade ten westen van de stad aan te leggen en een dam of sluis in de Karnemelksloot te bouwen. Het water vloeide namelijk weg naar de plassen en moerassen van Ankeveen en Kortenhoef. Toen de vrede kort daarop werd gesloten, lieten de Staten de werken onafgemaakt liggen. Pas in 1787 zijn ze verder uitgevoerd.
Ter bescherming van de sluis is aan beide zijden van de Karnemelksloot een Lunet (eenvoudig bolwerk) gebouwd. In 1794 - kort voor de inval en bezetting door de Fransen - is weer een proefinundatie uitgevoerd, nu tot 57 centimeter boven zomerpeil. Er bleken nog altijd verscheidene plekken droog te blijven. De Fransen zijn twintig jaar in Naarden gebleven. Zij hielden stand toen in november 1813 Nederland bevrijd werd. Ze weigerden eenvoudig te geloven dat Napoleon verbannen was en zijn troepen ons land ontruimden. Naarden is toen maandenlang ingesloten door onder meer Kozakken en de Gooise boerenlandstorm. Deze Gooiers hielden zich bezig met het bij strenge vorst open houden van de Karnemelksloot en verzamelen van kanonskogels die van de vesting uit werden afgevuurd. Deze brachten geld op. De schilder P.G. van Os heeft hen opdoeken en etsen vereeuwigd. De Lunetten zijn toen vergraven tot tegen de vesting gerichte bolwerken. Enkele jaren later blijken ze vrijwel geheel geslecht. Er bestond dus een zwakke plek in de waterlinie. Voorlopig deed men daar niets aan. Het bewind van koning Willem I had te kampen met voor die tijd torenhoge staatsschuld. De helft van de uitgaven ging weg aan het betalen van rente!
In 1866 is een staatscommissie ingesteld die een plan moest opstellen om Naarden bestand te maken tegen moderne aanvalswapenen. Zij ontwierp het 'Offensief voor Naarden'. Dit bestond uit een ring van vijf forten aan de Gooise zijde van de stad pus een tweetal aan de Karnemelksloot. Twee jaar later is inderdaad aan de bouw begonnen, het eerst aan Werk IV, het nog bestaande grote fort, gelegen bij theater 't Spant in Bussum. Toen in 1870 de Frans-Duitse oorlog uitbrak is de uitvoering van het plan versneld. Een proefinundatie werd doorgezet, maar niet verder dan tot 20 centimeter boven zomerpeil. Dit betekende dat de sloten tot de rand toe vol water stonden en het land drassig was. Kort daarna zijn de batterijen aan de Karnemelksloot verbeterd door de bomvrije kazematten te bouwen. De vesting Naarden met Offensief is in 1926 als militair werk opgeheven. Het merendeel van de forten is nadien gesloopt. De forten aan de Karnemelksloot zijn in 1929 door de gemeente Naarden aangekocht en behouden .
Opening van de verkenners van de Victorygroep op het voorplein van het fort (1954) |
De forten aan de Karnemelksloot lenen zich bijzonder goed voor gebruik door een padvindersgroep. Ze hebben beide een ruim voorplein, drie flinke ruimten in de kazematten,achterterrein met wallen, schansen en geboomte. De Victory heeft er zich altijd bijzonder goed thuis gevoeld en van de spelmogelijkheden gebruik gemaakt. Ik heb dit in de jaren zestig kunnen volgen als voorzitter van de groepscommissie, tevens meestentijds waarnemend groepsleider. De Victory had een uitstekend werkend team van leiders dat in 1965 bestond uit hopman Henk Spoon, vaandrig en materiaalmeester Jaap van Voorst, akela Theo van de Breul, hathi Victor van Gemert en baloe Xander de Vrankrijker. Ondanks deze bezetting werd het voortaan moeilijker. Er gingen vaker welpen niet over naar onze verkenners: zij kozen voor een sportvereniging of voor de zeeverkennerij. Bovendien verhuisde Spoon naar een oord ver buiten de regio. Het bleek erg moei!ijk een opvolger te vinden. Die kwam in oktober 1966, als enige voorgesteld door districtscommissaris Kwant, maar beviel niet. Hij had een andere mentaliteit dan wij gewend waren. Hieruit kwamen conflicten voort. In overleg met D.C. en ouders moest ik hem schorsen in maart 1968. Dit leidde tot officiële intrekking van zijn volmacht door de N.P.V. Door de hopman aangetrokken assistent-leiders hadden geen van alle een volmacht en verdwenen met hem. Nadien hebben we naar een radicale oplossing gestreefd. Deze werd gevonden in de fusie met de Erica die medio september 1968 tot stand kwam. En zo werd de aan de Nieuwe 's-Gravelandseweg gevestigde Erica (mede)gebruiker van het fort. AIs voorzitter van bet Stichtingsbestuur heb ik het werk van Erica en Erica-V nog enkele jaren kunnen volgen. Ik heb mijn aandeel gehad in de viering van het 50-jarig bestaan van de Erica op 16 februari 1970. Twintig jaar geleden mocht ik de Erica een goede toekomst toewensen. Ik doe dit nu weer, en van harte.
Dr. A.C.J. de Vrankrijker
De historie van het Erica Fort
(door Peter de Bruijn)
Zoals u misschien wel weet is ons fort één van de twee forten aan de Karnemelksloot, namelijk fort B (zoals op de gevel te lezen is). Deze zogenoemde batterijen hebben de functie de inundatiesluis, die tussen beide werken ligt, te verdedigen. Deze sluis is een zogenaamde schotbalksluis waarbij met balken die in gleuven van een stenen muur vallen een sluisdeur wordt gemaakt.
Het half ondergelopen landschap was nauwelijks begaanbaar voor legers met zwaar materieel. De forten behoren tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie en wel als onderdeel van het offensief voor Naarden. Dit was een ring forten en batterijen rond de Vesting Naarden. De Nieuwe Hollandse Waterlinie was bedoeld om de vijand die uit het zuiden of oosten kwam tegen te houden. Zij bestond uit grote en kleine forten en aaneengesloten inundatiekommen; dat zijn gebieden die in oorlogstijd onderwater gezet werden om de vijand de doorgang te beletten. Het water moest zo hoog staan dat de vijand niet kon waden maar ook niet kon varen. Sloten, hekken, wegen, werden onzichtbare hindernissen. Om dit te bereiken werd in de loop van de eeuwen een stelsel van waterbouwkundigen werken ontwikkeld: sluizen, waaiersluizen die tegen de waterdruk in konden worden geopend, schotbalksluizen, dijken, dammen en gemalen. Tijdens inundatie bleven sommige dijken, spoorwegen en hooggelegen gebieden boven water uitsteken, de z.g. accessen. Forten voor opstelling van geschut werden aangelegd om de vijand te verhinderen over deze accessen te naderen en om de waterbouwkundige werken te beschermen.
De Oude Hollandse Waterlinie strekte zich uit van de Zuiderzeekust (tussen Muiden en Naarden) tot in het Land van Altena waar zij aaneensloot met de Biesbos. Prins Maurits begon met de plannen en zijn veel jongere broer Frederik Hendrik maakte een begin met de uitvoering. Pas in 1672 werd de Hollandse Waterlinie voor het eerst in staat van verdediging gebracht tegen de inval val de Franse tropen. Velen waren daar echter tegen: boeren, stads- en landbouwschappen stelden alles in het werk om de inundatie te voorkomen omdat er geen regeling tot schadevergoeding was. Pas toen er met de doodstraf gedreigd werd hield de sabotage op o.a. in de vorm van het leeg laten lopen van de geïnundeerde gebieden. Toch slaagden de Fransen om over het ijs door te breken maar trokken zich vlak na het invallen van de dooi terug omdat ze bang waren dat hun toevoerlijn zou worden afgesneden. In 1667 kreeg ingenieur Genesis Pean de opdracht om een plan voor uitbreiding van de Vesting Naarden te maken. Hij stelde voor om een fort te bouwen bij de zeehaven en bij het Naardermeer. Men verwierp dit plan omdat Amsterdam de forten te gevaarlijk vond als ze in de handen van de vijand zouden valben. Na ruim een eeuw werden de forten Ronduit en Karnemelksloot toch opgeworpen. Respectievelijk in 1784 en 1787. Deze werken waren nog lang niet klaar toen in dat zelfde jaar de Pruisen over de grens trokken. In allerijl werd de Hollandse Waterlinie in staat van paraatheid gebracht maar nog voor het land onder water gezet was trokken de Pruisen er doorheen. Zij trokken echter in hetzelfde jaar geleidelijk weg.
Acht jaar later waren de forten aan de Karnemelksloot wel klaar toen de Franse troepen de republiek binnen vielen, ook was de Hollandse Waterlinie gereed om de aanval af te slaan. Maar weer was de vorst de spelbreker en de Franse trokken Naarden binnen. Pas in 1813 trokken de Franse zich terug en verschansten zich in deze vesting. De batterijen aan de, Karnemelksloot gaven zij op. Deze forten werden door het ontzettingsleger van Van der Bosch geheel omgegraven en tegen de vesting gericht. Na twintig jaar bezetting wordt Naarden van de bezetters bevrijd. Tijdens de Napoleontische overheersing legde de Franse legerarts de grondslag voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Toen de Franse verdreven waren, nam Willem I hem in dienst. Het tracé werd meer oostwaarts verlegd zodat de stad Utrecht binnen deze Nieuwe Hollandse Waterlinie kwam te liggen. Pas in 1873 werd er begonnen met de bouw van de huidige bomvrije kazematten op de forten aan de Karnemelksloot. Tot in de mobilisatie van 1939 oefende het Nederlandse leger op de schaats en met motorzagen op sleden om het ijs te verwijderen. De linie werd tot 1939 voortdurend aangepast en verbeterd. Het is mede daaraan te danken dat wij van 1814 tot 1940 geen vreemde bezetting hebben gekend; de vijand achtte de prijs te hoog.
Peter de Bruijn (1990)